De pup en zijn opvoeding

Eindelijk, na lang wachten en nachten aftellen mag de pup opgehaald worden. Hij heeft dan de leeftijd tussen de 8 en 10 weken. 
De pup gaat nu duizend en één ervaring op doen, allemaal nieuwe indrukken, nieuwe geuren, nieuwe mensen, geen broertjes en zusjes meer, geen vertrouwde stemmen meer enz. 
De Berner pup is op deze leeftijd een lieve, aandoenlijke en pluizige pup die ieders hart verovert, maar het is wel héél belangrijk dat er meteen aandacht is voor zindelijkheidstraining, opvoeding, het verder socialiseren en bewegen.

Zindelijkheidstraining

Iedere pup is van nature zindelijk. Instinctief zal een pup een plekje zoeken om zijn behoefte te doen ver van zijn slaapplek af. Hij moet alleen nog wel leren dat hij het hele huis als zijn slaapplek moet beschouwen.
Zoek van te voren een plek op, kort bij huis, waar uw pup zijn behoefte mag doen. In geen geval de druk bezochte uitlaatveldjes, omdat de pup alleen nog maar zijn eerste puppyenting heeft gehad en deze beschermt hem nog niet tegen alle ziektekiemen.

Als u thuis komt met de pup, ga dan eerst naar de uitlaatplek waar hij zijn behoefte mag doen. Doet hij een plasje of hoopje beloon hem dan pas als hij helemaal klaar is. Door zijn uitstekend reukvermogen zal hij steeds weer de plek herkennen en het combineren met zijn plasjes en hoopjes.
De pup heeft nog geen controle over zijn blaas, daarom is het nodig om uw pup regelmatig mee naar zijn uitlaatplekje te nemen. Elk uur of elke anderhalf uur is in het begin echt niet overdreven.
De vaste momenten dat hij zijn behoefte moet doen zijn na zijn slaapje en na het eten. Houd uw pup ook goed in de gaten. Is hij langdurig aan het snuffelen en aan het rondjes draaien, dan kunt hem gerust mee naar buiten nemen. Gebeurt er toch een ongelukje, pak hem dan rustig op en breng hem naar zijn uitlaatplekje.
Het meeste succes om de pup ’s nachts droog te houden is om de nachten, zeker in het begin, zo kort mogelijk te houden. Haal ’s avonds de voer- en waterbakken weg. Met een bench voor de nacht zal het zindelijk worden nog soepeler verlopen.

Opvoeden en socialiseren

Iedereen wil graag een goed luisterende en sociaal opgevoede hond, maar daar zullen we wel zelf in moeten investeren.
Belonen en consequent zijn, zijn de belangrijkste sleutelwoorden in de opvoeding van uw pup. Maar ook moet een Berner pup evenwichtig en liefdevol worden opgevoed. 
Hij is een snelle en leergierige leerling die erg gevoelig is voor de stem van de baas. Beloon hem telkens weer voor goed gedrag met uw stem, een aai of iets lekkers. Hij zal steeds vaker en sneller neigen naar goed gedrag als hem dat wat opleverd.
Maak met het hele gezin duidelijke afspraken zodat uw pup weet wat wel en niet mag. “Ja” vandaag is ook “ja” morgen en “nee” blijft ook “nee”!
Daadwerkelijk straffen is over het algemeen weinig of niet nodig. 
Rond de 7e tot de 14e week is zijn socialisatiefase. Laat hem in die periode van alles mee maken. Laat hem kennismaken met een stofzuiger, wasmachine, maar ook met spelende kinderen en andere dieren. Neem uw pup gerust een keer mee naar de winkel of de markt.
Als de pup regelmatig met de auto mee gaat zal hij dat later zeker als prettig ervaren.
Regelmatig borstelen, zijn gebit controleren en betasten vergemakkelijkt een dierenartsbezoek. Nu vindt de pup het nog allemaal normaal, hij leert dat hij vastgehouden mag worden zonder dat het bedreigend is.
Als de pup in zijn socialisatiefase ergens van schrikt is het belangrijk dat u hem niet troost, stil gaat staan of oppakt. Want zo wordt zijn angstige vermoedens bevestigd. Reageer en praat normaal tegen hem.
Het is verstandig, zeker als het uw eerste pup is, om samen een puppycurscus te volgen. Leuk en leerzaam voor pup én baas!

Beweging

Het is bekend dat bij het Berner Sennenras gewrichtsproblemen voorkomen waaronder HD en ED. HD en ED zijn gedeeltelijk erfelijk maar wordt mede veroorzaakt door onverantwoord opgroeien van de pup tot volwassen Berner. Ter voorkoming van deze problemen volgen hier een aantal punten waar opgelet moet worden voor een gezonde opgroeifase.
Een jonge pup heeft nog niet veel beweging nodig, zeker geen lange wandelingen. In het begin is een wandeling van vijf minuten en dat vijf tot tien keer per dag voldoende.
De duur van de wandelingen kan langzaam worden opgebouwd. Een leidraad is; de leeftijd in weken omzetten in minuten. Wanneer de pup bijvoorbeeld 15 weken is, dan zijn 15 minuten achtereen wandelen meer dan voldoende.
Belangrijk is een gelijkmatige opbouw, zowel doordeweeks als in het weekend.
Voor de gewrichten in de groeifases is het heel goed dat een pup zich vrij kan bewegen in de tuin. Het is de beste en gezondste manier van bewegen.
Als er gladde vloeren in huis zijn is het verstandig om het eerste jaar een kleed of loper neer te leggen. Vooral in de looppaden en zeker geen spelletjes te doen op gladde vloeren.

Hier volgen nog enkele tips:

-geen gladde vloeren
- nooit traplopen
- niet aan de riem trekken
- geen kort draaiende spelletjes
- geen wilde spelletjes
- de eerste 18 maanden niet naast de fiets laten lopen
- niet te dik laten worden, zijn ribben moeten duidelijk voelbaar zijn
- wees voorzichtig met volwassen honden spelen
- niet in los zand op het strand
- laat hem rechtlijnig bewegen 

Het is belangrijk dat de pup, zeker de eerste tijd, voldoende rust krijgt. Zorg voor een rustige en veilige plek waar hij zich kan terugtrekken en leer ook kinderen om hem te laten rusten totdat hij zelf van de plek komt om te spelen, te onderzoeken of te eten.

Rangorde

Om de gedragingen van een hond te leren begrijpen moet u zich eerst verdiepen in de afstamming. 
Een pup is als ware een klein wolfje. Wolven leven in een roedel en doen alles samen. In een roedel heerst een strenge hiërarchie, er is altijd een roedelleider ook wel de alfa genoemd. De alfa heeft bepaalde voorrechten, eet eerst, drinkt eerst, loopt vooraan, heeft de beste slaapplaats enzovoort.
De pup beschouwd u en uw gezin als roedel. U moet de taak als roedelleider overnemen en u stelt grenzen, wat de pup rust en zelfvertrouwen geeft.
Als uw hond in de puberteit komt, dan kan het voorkomen dat hij wil proberen om op te klimmen in de rangorde. Hij zal dit doen door tijdens het spelen te bijten of om te gaan grommen als u te dicht bij zijn voederbak komt.
Ook als hij geen consequente opvoeding krijgt kan dat gebeuren. Er is op zo’n moment geen duidelijke leider en daardoor komt zijn roedel in gevaar. Om de rust en veiligheid te waarborgen gaat hij zich als de roedelleider gedragen met alle problemen als gevolg.

Er zijn enkele eenvoudige regels om rangordeproblemen te voorkomen. Pas deze regels met uw hele gezin consequent toe:

- wees kordaat, consequent en blijf vriendelijk en rustig
- geen vrije toegang in uw hele huis
- iedereen eet eerst daarna hij
- u bepaald wanneer het spel is afgelopen
- laat hem nooit of bijna nooit winnen met een spelletje
- u bepaald wanneer hij aandacht krijgt
- om hem te aaien laat u hem naar u toekomen en niet andersom
- u loopt voorop de hond volgt u
- voor zowel kinderen als volwassen geldt; ga niet op de grond liggen, maar houdt uw gezicht altijd hoger dan zijn kop

Het klinkt allemaal erg streng, maar dat is het in de hond zijn ogen absoluut niet. Om een goed contact en plezierige verhouding te hebben met uw hond is het belangrijk dat hij weet wat zijn plek is. Dat geeft voor hem een rustig en veilig gevoel.

Omgang met mens en dier

Omgang met mens en dier

Puppytraining

Kauwmateriaal

Spelen en leren

Socialiseren met andere dieren

Kind en dier in harmonie

De wereld verkennen

Op hoge poten

Op pad

Training voor hond en baas

Trouwe vriend

Spelen is vermoeiend